zaterdag 5 juli 2014

Dag 6: Een spannend paadje langs de Moezel en wildkamperen met Kenny

Metz – Flavigny-sur-Moselle
Afstand: +/- 95 km
Fietstijd: ?
Gemiddelde snelheid: ?
Maximale snelheid: ?

Vandaag heb ik afgeweken van de route in het boekje. Er zou namelijk een fietspad naar Nancy langs de Moezel moeten gaan die er ten tijde van het schrijven van het boekje nog niet was. Maar hoe vind je een route die niet in het boekje staat? Ik had geen toegang tot internet, en de jongen bij de receptie van de camping stuurde me totaal de verkeerde kant op. Na een paar keer te hebben gevraagd in mijn beste Frans besloot ik om naar de toeristeninformatie in Metz te gaan. Jammergenoeg wisten zij niets van het fietspad af wat ik zocht, maar ze hebben me wel de juiste kant op kunnen sturen.

Ik begon de hoop op een fietspad op te geven na een lang stuk door een woonwijk en op de vluchtstrook van een snelweg te hebben gefietst. Maar toen ik van de snelweg afdaalde naar de asfaltweg langs de Moezel, stond daar het bord dat de fietsroute naar Nancy aangaf! Het was nog even zoeken (ongeveer 2 km off road over een hobbelig weggetje) voordat ik het daadwerkelijke fietspad had gevonden.

Na 30 km over een prachtig fietspad te hebben gefietst hield het fietspad op, wel ging er een smal bospad verder in de juiste richting. Eerst dacht ik dat ik gewoon een klein stukje off road moest om daarna het fietspad weer terug te vinden, maar dit bleek niet het geval. Zoals veel andere fiets en voetpaden die ik ben tegengekomen tijdens mijn tocht, liep dit pad over een oude tramrails. De planken van de rails lagen er nog, dus hobbelde ik ongeveer 6 km off road over een prachtig paadje. Ik kwam onderweg een man tegen met een gevulde Lidl tas, heel veel WC-rollen, en een groot houten kruis om zijn nek. Ik vroeg hem of er nog een fietspad zou komen, dit bleek niet het geval. “Route de vélo, finit.”. Wel kon ik bij het volgende dorp van het voetpad af en via de autoweg verder richting Nancy. Hij vroeg of ik op bedevaarttocht was. Nee, ik fiets naar mijn nieuwe woonplaats in Bern, probeerde ik in het Frans uit te leggen.

Toen ik bij het volgende dorp aan kwam, twijfelde ik nog even. Zou ik het voetpad verder nemen naar Nancy? Als ik minder spullen bij me had gehad en het weer mee had gezeten, had me dit een aantrekkelijke optie geleken. Maar door de natte grond was mijn achterwiel al een paar keer geslipt tijdens fietsen, en ik zat onder de modder.

In Nancy heb ik een groot blok Patchoeli zeep gekocht op de braderie. Ik hoop dat ik vanavond een douche heb zonder muntje, dacht ik nog niet wetende dat ik helemaal niet de gelegenheid zou hebben te douchen vandaag.

Net voorbij Nancy ontmoette ik Kenny uit Antwerpen. Kenny was op weg naar Rome. Hij had de routeboekjes van Onbegrensd Fietsen besteld en was dinsdag vertrokken vanuit Antwerpen op zijn stadsfiets met 6 versnellingen. Achter op zijn fiets had hij een reiskoffertje gebonden en zijn fietstassen zaten bomvol. We besloten om samen nog 18 km door te fietsen naar de volgende camping. Onderweg merkte ik op dat de achterband van Kennys fiets wel erg slap was. Hierop stopte Kenny en haalde hij een grote fietspomp tevoorschijn. Nadat de band opgepompt was fietsten we verder en Kenny vertelde me dat hij al een paar keer zijn fiets had moeten duwen in de Ardennen omdat zijn lichtste verzet niet licht genoeg was om de heuvels te beklimmen. Hij zag op tegen de Vogezen en de Jura. Ik vroeg hem waarom hij geen fiets met meer versnellingen had gekocht voor deze tocht. Tja, daar had hij niet over nagedacht van te voren. Hij was gewoon vertrokken.

Eenmaal aangekomen in Flavigny gingen we op zoek naar de camping. Maar na een paar keer vragen bleek het dat deze sinds twee jaar niet meer bestaat. Wel zagen we aan de overkant van het nabijgelegen meer twee campers staan. Het bleek een zigeuner? familie te zijn. We vroegen of we onze tentjes op mochten zetten naast hun campers. We moesten dat maar aan die man daar vragen. Even was ik bang dat het een nee zou worden, maar na overleg met zijn dochter mochten we wel voor één nacht ons tentje opzetten.

Kenny, die een oranje vierpersoonstent had, bleek alle dagen al wildgekampeerd te hebben. Maar dit was wel het mooiste plekje tot nu toe volgens hem.





Dit trof ik aan toen ik mijn tent openritste en naar mijn fiets keek. Eerst dacht ik naar een luguber taffereel keek, namelijk een vrouwtjessprinkhaan die het mannetje na de daad op eet. Maar bij nadere inspectie zag ik dat het om een vervellende sprinkhaan ging.























Metz:










Het fietspad langs de Moezel:




Een spannend paadje:
 












Nancy:







De braderie:

Kenny op weg naar Rome:
 
Wildkamperen:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten